Albert Frère is niet meer. De Belgische zakenman is maandag op 92-jarige leeftijd overleden. De basis van zijn rijkdom lag in zijn motto: “Goedkoop kopen en duur verkopen.”
Frère werd tegengewerkt door velen, grotendeels genegeerd door de Belgische koninklijke familie en bleef wars van tradities. Toch domineerde voormalige staalmagnaat Albert Frère decennialang de Brusselse en Parijs aandelenbeurzen.
De naam van Albert Frère prijkt nog op de lijst van rijkste mensen op aarde. Hij staat maandag met een vermogen van 6,2 miljard dollar (5,5 miljard euro) op de 281e plaats op de real-time lijst van Forbes.
Slechts één andere Belg is ook miljardair. Frère wordt dan ook beschouwd als de rijkste man van het land. Die enorme berg met geld zit vooral verstopt in een indrukwekkende collectie van bedrijven die weer deeltjes van elkaar bezitten.
Dit zogeheten cascadesysteem is door Frère geperfectioneerd in België. Het beschermde hem voor vijandige overnames van buitenaf. Belangrijker nog, zo schrijft het Financieele Dagblad, leverde het hem een zekere financiële hefboom op. Zijn geld werd simpelweg meer waard, omdat het zo goed verankerd was in de keten van bedrijven.
Eerste klapper in 1982
Zijn eerste klapper in de beurswereld maakt Frère in 1982, toen hij de Groep Brussel Lambert (GBL) overnam. Dit investeringsvehikel verkeert in moeilijkheden en hij ziet een kans om zichzelf een weg naar binnen te banen via deze ietwat geïsoleerde maatschappij.
GBL heeft het Belgische koninklijk huis namelijk tegen zich in het harnas gejaagd. Frère heeft door: GBL verkeert in geldnood en kan weinig bronnen aanspreken. Een buitenkansje, want ondanks alles is GBL qua omvang wél de nummer twee onder de Belgische investeringsmaatschappijen.
Slechts zes jaar later valt de nummer één - de Generale Maatschappij - ten prooi aan een groep vijandige Franse opkopers. Dat maakt de weg vrij voor Frère om de Belgische financiële sector te domineren. Hij blijft daarbij niet alleen een speler op de beurs, maar neemt bijvoorbeeld ook aandelen in bekende Belgische merken zoals IJsboerke.
Staalbaron van Charleroi
Hoewel hij goed op zijn plek lijkt in de omgeving van de haute finance, is Frère er zeker niet in opgegroeid. Het fortuin waarmee hij in de jaren 70 de financiële markt betreedt, komt namelijk uit een zelf geschapen staalimperium.
Frère begin zijn carrière met de ijzerwarengroothandel van zijn ouders in 'het Zwarte Land'. Dat is de bijnaam van het door mijnbouw uitgeputte landschap van Wallonië, met name rondom de voormalige industriestad Charleroi.
Boven op de puinhopen van zieltogende fabrieken en mijnen, legt Frère zijn fundament. Hij vindt klanten in binnen- en buitenland voor de producten van de groothandel. Met dit kapitaal koopt hij zijn eerste eigen productiefaciliteit, waarna hij langzaam maar zeker uitgroeit tot de 'ongekroonde staalbaron' van Charleroi.
Albert Frère verguisd in België
Erkenning laat lang op zich wachten. Albert Frère moet zich overal als een buitenstaander binnenwerken. Eerst tussen de staalmagnaten in het Zwarte Land, daarna in de financiële sector. Beide cliques slaan hem gade met de nodige argwaan.
Lange tijd lijkt het alsof de koninklijke familie in Brussel iedere onderscheiding voor Frère blokkeert. Totdat het in 1994 moet toegeven aan een baronstitel voor de industrieel en investeerder, op voordracht van de toenmalige regering. Frankrijk bekroont Frère eveneens, in hun geval met de hoogste burgerlijke onderscheiding, het Grand Croix de la Légion d’Honneur.
Toch wordt Frère veelal verguisd in eigen land. 'De man die het Belgische zakenleven verkocht om zijn kassa te laten rinkelen', kopt Het Nieuwsblad.
De truc van Frère is er eentje die Marcel Boekhoorn in Nederland toepaste. Hij koopt voor een zacht prijsje Belgische bedrijven die er niet meer zo goed aan toe zijn, laat ze samengaan en verkoopt het fusiebedrijf vervolgens door aan een andere partij. Veelal zijn dit Franse investeerders.
Zie daar het motto van Frère: "Goedkoop kopen en duur verkopen." Zijn tactisch inzicht leverde hem een miljardenvermogen op, maar de rijkste man van België was niet bepaald geliefd.